Ook voorjaarsvakantie zorgde voor lawine aan knieblessures tijdens wintersport

Orthopedisch chirurgen hebben het sinds de voorjaarsvakantie drukker dan ooit met het repareren van knieblessures. Die worden nog altijd veroorzaakt doordat Nederlanders tijdens de coronajaren minder actief waren. Knieartsen pleiten ervoor mensen meer bewust te maken van de risico’s. Veel blessures kunnen voorkomen worden met een betere voorbereiding.

Knieartsen voorspelden eind februari al een flinke toename van knieletsel tijdens de populaire wintersportperiode in het voorjaar. De voorjaarsvakantie zorgt altijd wel voor een piek, maar zo erg als dit jaar heeft kniechirurg Martijn Brinkman het nog niet eerder meegemaakt.

“Het aantal diagnoses en operaties wordt jaar na jaar groter. Tijdens corona was er sprake van een dip, doordat mensen toen minder konden doen. Maar inmiddels zitten we op een hoger niveau dan voor corona.”

De afgelopen maanden werden in de kliniek van Brinkman per week soms tot wel drie keer zo veel knieoperaties uitgevoerd in vergelijking met dezelfde week vorig jaar. Dat komt vooral doordat mensen na de inactieve coronajaren ongetraind zijn gaan skiën.

“De cijfers zijn al hoger dan normaal, en je ziet ze tijdens en na de voorjaarsvakantie nog verder steil omhooggaan. Een collega mopperde met een knipoog al dat hij alleen nog maar mensen met een gescheurde kruisband op zijn operatietafel had”, zegt Brinkman.

Andere knieartsen bevestigen de enorme toename van knieletsel bij Nederlanders. De verwachte piek als gevolg van de voorjaarsvakantie kwam er, en niet zo’n beetje ook. Gescheurde kruisbanden kwamen het vaakst voor. Daarnaast waren er veel mensen met schade aan kniebanden of de meniscus.

Knieletsel kan iedereen overkomen na rustige periode

Veel blessures komen voor op de eerste dag van de wintersportvakantie. Dat is nog een aanwijzing dat een gebrek aan training de voornaamste boosdoener is, zeggen kniechirurgen Reinoud Brouwer en Jacco Zijl. “Mensen gaan van niets doen naar opeens iets heel belastend doen. Door dat gebrek aan training gaat het al vrij snel mis, vaak op de eerste dag al”, zegt Brouwer.

Zijl trekt dezelfde conclusie. “Ook ervaren skiërs zijn minder getraind door de coronaperiode. Als ze dan eindelijk weer mogen, zijn ze als wild springende koeien die in het voorjaar voor het eerst de wei ingaan. Die uitbundigheid brengt extra risico met zich mee.”

Ook Thomas Patt ziet dat ervaren skiërs dezelfde fout kunnen maken als beginners na een periode van minder activiteit. “Ik had laatst een patiënt van wie de wintersportvakantie na twintig minuten voorbij was. Ze had veel ervaring, was zelf skileraar geweest. Maar ook zij onderschatte dus het risico.”

De knieartsen merken dat hun patiënten de schuld vaak leggen bij de matige kwaliteit van de sneeuw in de afgelopen wintersportperiode. “Iedereen zegt: de sneeuw was waardeloos, het was alsof ik door pap gleed”, zegt Brinkman. “Maar als je goed getraind bent, is slechte sneeuw minder een factor.”

De doorslaggevende oorzaak van knieletsel is nooit zeker, zegt voorzitter Jan Willem Louwerens van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging (NOV). Maar slechte sneeuwkwaliteit is volgens hem een groter risico als mensen ongetraind weer gaan skiën. “De nog bruikbare skipistes worden steeds drukker. De kans dat je een onverwachte beweging moet maken of omver wordt geskied wordt dan groter, en daarmee ook het risico op een blessure.”

‘Beschadigde knie wordt nooit meer zo goed als die was’

Alle kniechirurgen zijn het erover eens dat zeker in het geval van knieletsel voorkomen beter is dan genezen. “Het wordt nooit meer zoals de natuur bedoeld heeft. De knie is blijvend verstoord”, zegt Brinkman. “Je moet zeker na je dertigste niet denken dat je aan een uurtje sporten per week genoeg hebt om jezelf te beschermen tegen dit soort blessures.”

Brouwer: “We hebben grote stappen gezet op het gebied van reparatie. Maar een beschadigde knie wordt nooit meer zoals die was, het blijft altijd een zwakke plek.” Daarom worden operaties volgens Brouwer vaker uitgevoerd bij jongeren. “De meeste ouderen doen al minder aan intensieve sporten waarbij je je kruisband belast door het vele kappen en draaien, zoals voetbal en basketbal. Maar jongeren willen dat vaak nog wel, dus die laten hun kruisband graag repareren.”

Om die reden benadrukt Patt nogmaals het belang van preventie. De schade van een op jonge leeftijd opgelopen knieblessure werkt namelijk door. “Twintig jaar na kruisbandletsel heb je een groot risico op slijtage. We zien dat ook tieners steeds vaker knieblessures oplopen. Die krijgen dan grote problemen als ze eind dertig, begin veertig zijn en nog midden in het leven staan. De kruisband is maar een band van een paar centimeter, maar dat is genoeg om levens te verwoesten.”

“70 procent van alle kruisbandblessures vindt volledig zonder contact plaats”, gaat Patt verder. “Daar valt zo veel te winnen als het gaat om preventie. Er zijn speciale oefeningen die je kan doen om het risico op letsel tot wel 50 tot 60 procent te verminderen.” Dat zijn volgens Zijl “niet de leukste” oefeningen. “Ze zijn zelfs een beetje saai, maar ze helpen wel. Het vraagt discipline, maar het is beter dan achteraf denken: had ik maar beter getraind.”